Het is inmiddels een traditie geworden. Elk jaar vragen we een buurtgenoot een gedicht voor te dragen ter gelegenheid van 4 en 5 mei. Dit jaar is dat Bert Schulp en hij draagt twee coupletten voor uit een gedicht van Jan Campert.

Het lied der achttien dooden is een gedicht dat Jan Campert (1902-1943) schreef naar aanleiding van de executie van achttien verzetsstrijders die op 13 maart 1941 plaatsvond op de Waalsdorpervlakte. Het is een bekend gedicht geworden over het Nederlands verzet in de Tweede Wereldoorlog.



Klik op de pijl in de foto hierboven om de voordracht te bekijken.


Tekst van de voordracht:

Het lied der achttien dooden

Een cel is maar twee meter lang
 
en nauw twee meter breed,
 
wel kleiner nog is het stuk grond,
 
dat ik nu nog niet weet,
 
maar waar ik naamloos rusten zal,
 
mijn makkers bovendien,
 
wij waren achttien in getal,
 
geen zal den avond zien.
 
 
 
O lieflijkheid van licht en land,
 
van Holland's vrije kust,
 
eens door den vijand overmand
 
had ik geen uur meer rust.
 
Wat kan een man oprecht en trouw,
 
nog doen in zulk een tijd?
 
Hij kust zijn kind, hij kust zijn vrouw
 
en strijdt den ijdlen strijd.
 
 

De volledige tekst van het gedicht vind je hier.